26.11 tot 13.01.2008 = VIRGINIA VSA tot FLORIDA VSA
Week van 26.11 tot 02.12.2007
De volgende morgen rijden we naar het ander gedeelte van de Appalachen Trail, nl de Blue Ridge Parkway. Deze weg loopt onafgebroken gedurende 364 miles = 580 km door de bossen van Virginia, North Carolina en Tennessee om te eindigen in het Great Smokey NP. We doen verschillende dagen over deze weg, de maximum toegelaten snelheid is 55 km per uur. We genieten van de prachtige landschappen, de dieren die we onderweg zien, en maken enkele korte wandelingen met de hond. 's Avonds moeten we telkens een plaatsje buiten het park zoeken om te overnachten , want ook hier is het verboden om op de parkings te overnachten en zijn de meeste campings gesloten. Maar we hebben alle tijd.
De eerste nacht overnachten we aan een Wall-Mart in West Jefferson, doch die is 7/7 - 24/24 open. De parking is zeer lawaaierig , temeer daar er veel pick-up's met zware motoren over de parking rijden. Het is daarbij zaterdagavond , en een troepje jongeren doet aan joy-riding, we hebben dus slecht geslapen. Gelukkig vinden we de volgende dag plaats aan een kerkje in Marion. "The Door of the Lord is always open", dus daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt. In Marion halen we Chinees uit. We hebben twee verschillende schotels vlees, groenten, rijst en noedels voor 19 US$, maar de porties zijn zo groot dat we er drie dagen van kunnen eten.
Ook die nacht daalt de temperatuur tot -8 en wanneer we volgende dag terug op de Blue Ridge Parkway komen, zien we verschillende kleine watervalletjes die bevroren zijn. De Blue Ridge Parkway is een prachtige weg, zeer rustig, ook hier is de maximum toegelaten snelheid slechts 55 km, de bossen en de heuvels reiken zo ver men zien kan, met hier en daar kleine dorpen, boerderijen en landhuizen met enorme stukken grond.Na 320 miles is de Parkway gesloten wegens wegenwerken en moeten we via een omweg naar Asheville.
In Ashville gaan we eerst naar het Visitor Center en op onze vraag wat er allemaal te zien is in het stadje, antwoordt men eerst "hoelang willen jullie blijven", precies of we zitten in een wereldstad. Men stelt ons een rondrit met de Trolly voor die 19 US$ per persoon kost maar die hebben we gelukkig niet genomen want het stadje is helemaal niet groot en er is eigenlijk niet veel te zien, buiten de mooie St Lawrence Basilica, enkele mooie gebouwen, het Thomas Wolfe House en de Grove Arcade Mall. De Grove Arcade Mall,was oorspronkelijk ontworpen als een 14 verdiepingen hoge wolkenkrabber, doch tijdens de werken stierf de architect, en de werken werden na twee verdiepingen gestopt.
We hebben ook tickets genomen voor het Biltmore Estate. De toegangsprijs is vrij duur, 52 US$ per persoon, doch het loont de moeite. Het Biltmore Estate is een prachtig landgoed in Franse Renaissance stijl, gebouwd door George W. Vanderbilt in 1889. George W. Vanderbilt was de kleinzoon van Cornelius Vanderbilt, die fortuin had gemaakt in de spoorwegen en de scheepvaart. Kerstmis 1895 werd het landgoed officieel in gebruik genomen. George W. Vanderbilt verkoos kunst boven industrie, en studeerde talen, architectuur en geschiedenis. Hij maakte vele reizen, o.a. door Europa, waarvan hij talrijke souveniers meebracht, o.a. prachtige Belgische wandtapijten, die in zijn landgoed te bezichtigen zijn. Het interieur is prachtig maar spijtig genoeg mogen we er geen foto's maken. Nu in de kerstperiode is het huis nog eens extra versierd met 60 prachtige kerstbomen. We hebben dan ook meer dan 3 uur nodig om het "huis" te bezichtigen.
Daarna maken we nog een wandeling door het enorme park, bezoeken we het Greenhouse en de Winery. In de Winery kan men de verschillende wijnen die op het landgoed geteeld en gebotteld worden, proeven en natuurlijk ook kopen. Fred laat zich verleiden om 3 flessen te kopen, ze waren heel lekker maar niet goedkoop. Biltmore Estate is nog steeds in handen van de familie Vanderbilt.
Wij rijden terug de Blue Ridge Parkway op voor de laatste 150 km. In dit gedeelte bevindt zich het hoogste punt van de Parkway. Het weer is zeer zonnig maar koud. Jasmine en ik vinden dat prachtig, maar Fred verlangt naar de zon en de warmte.
Aan het einde van deze weg ligt Cherokee. Dit is een dorpje dat volledig beheerd wordt door de afstammelingen van de Cherokee Indianen. Er zijn een heleboel winkeltjes die van alles en nog wat verkopen. Wij willen best iets kopen, maar de kwaliteit is slecht, het is vrij duur, rommelig en de Indianen zijn helemaal niet vriendelijk. Er hangt een soort gelatenheid in dit dorp van mensen die hun gronden, erfgoed en fierheid verloren hebben. De enige manier waarmee ze nog een beetje geld kunnen/mogen verdienen is het uitbaten van enkele casino's.
We rijden verder door North Carolina en Georgia richting Atlanta. Het landschap is vrij eentonig en men ziet dat dit gedeelte van de US duidelijk minder welvarend is.
Behalve wolkenkrabbers en enkele straten met mooie typische huizen geeft Atlanta een zeer armoedige indruk. We zien veel
We houden ook halt aan het Martin Luther King Jr Memorial. Hier is de houding helemaal anders, het wordt wel degelijk geapprecieerd dat we een bezoek brengen aan het Memorial van hun grote leider.
Onderweg richting Charleston rijden we voorbij de katoenvelden, die eens de rijkdom van deze streek waren. Het katoen wordt hier zelfs niet meer geplukt, en de velden liggen er verlaten bij, soms al terug overwoekerd door de natuur. Het gebied getuigt er wel degelijk van dat dit één van de armste staten van de US is.
Week 03.12 tot 09.12.2007
Wij hebben reeds meer dan 20.000 km gereden sinds we in juni in New York zijn aangekomen, en moeten de olie laten verversen. De olie is geen probleem en de filters hadden we uit Frankrijk meegenomen, doch in de grote garages kunnen ze ons niet helpen want ons soort voertuig staat niet in de computer en in een kleine garage kunnen we niet binnen wegens te groot. Uiteindelijk kunnen we toch terecht bij een camperdealer. Daarna gaan we verder richting Charleston.
In Charleston aangekomen lunchen we eerst aan de Colonial Lake, en de omringende optrekjes geven ons reeds een voorsmaakje van de prachtige huizen die we overal in de stad zullen zien.
Charleston is één van de mooiste steden van het Zuiden, er wordt dan ook veel gedaan om de huizen in hun originele koloniale stijl te behouden. Er wordt zelfs jaarlijks een medaille toegekend aan de eigenaars die zich hiervoor het meest hebben ingezet. Deze medaille blinkt dan fier aan de voorgevel van hun huis. De wat minder welvarenden zetten hun huis in de destijds goedkope baksteen om het daarna te bepleisteren. Nu worden de muren zorgvuldig gereinigd omdat men de oude baksteen juist zo mooi vindt. Ook de beplanting en vooral de bomen worden in ere gehouden. In een bepaalde straat heeft men een muur rond een tak gebouwd om hem niet te moeten afzagen. De temperaturen kunnen hier behoorlijk oplopen en de prachtige bomen geven een weldadige schaduw in de stad. Zelfs in de maand december kan het hier reeds behoorlijk warm zijn. We hadden alle dagen prachtig weer, zon en rond de 26° graden. Je kunt je niet voorstellen dat het hartje winter is.
Na de lunch gaan we eerst naar het Visitor Center, het is één van de mooiste die we tot hiertoe al gezien hebben. We hebben geluk en kunnen de camper in de parkeergarage van het Visitor Center zetten, het kost slechts 10 $ en hij staat in de schaduw, want Jasmine moet op de camper "passen". Het is te warm en te vermoeiend voor haar om de hele stad rond te wandelen, en ze mag ook nergens binnen.
De drie hoofdstraten van Charleston zijn King Street, Meeting Street en East Bay Street. Maar overal in de stad vindt men statige herenhuizen in de typische Zuiderse Koloniale Stijl, met prachtige binnentuinen,
Het is bijna Kerst, en alle huizen zijn prachtig versierd, we zien zelfs een fonteintje waar de waterspuwer (een draak) een kerstmuts opheeft.
We wandelen door de stad en komen voorbij verschillende kerken met oude begraafplaatsen met zeer oude zerken die zelfs dateren van voor 1750.
Bij Diana’s eten we een lekkere snack, Fred neemt er een goed glas wijn bij en dat kost bijna zo duur als het eten voor ons beiden. Het is heerlijk weer en we wandelen door de stad in T-shirt, maar overal binnen draait de airco op volle toeren, met het gevolg dat we er een flinke verkoudheid aan overhouden. Na de middag zetten we onze tocht voort naar Waterfront waar de mooiste huizen staan.
De volgende dag willen we een dagje uitrusten, en gaan naar Folly Beach. Wanneer we eerst naar het postkantoor rijden, vernemen we dat er vandaag een Santa Claus Parade is. We nemen een stoeltje en zetten ons aan de kant van weg . Iedereen in het stadje doet mee aan de Parade, van de burgemeester tot de sheriff, van de verschillende scholen tot het hondenasiel, clowns en zelfs de politie deed stuntjes, iedereen had wel een praalwagentje of een ander gek idee om in de stoet te lopen. We zien zelfs J. Wayne en nog een vriend uit St-Job voorbijkomen. Er worden halssnoeren en kilo's snoep naar de toeschouwers geworpen.
Na de parade rijden we richting strand waar prachtige beachhouses staan. We maken een lange wandeling met Jasmine langs het strand en genieten van een prachtige zonsondergang.
De volgende dag gaan we terug naar Charleston. Wij maken met paard en koets een tochtje langs al de bezienswaardigheden van de stad met een interessante uitleg door de koetsierster. Eigenaardigheidje, wanneer de paarden een kleine of grote boodschap achterlaten, waarschuwt de koetsier een speciale reinigingsdienst en gooit een soort balletje met vlaggetje om te plaats te markeren.
We trakteren ons vandaag op een etentje in Magnolia's, één van de toprestaurants van de stad. Fred neemt een zeer lekkere steak en ik eet vis, het kader is uniek, zeer vriendelijke bediening en eigenlijk nog niet zo duur, 50 $ voor ons twee, inclusief de wijn en twee heerlijke echte espresso’s in een kopje. Een aanrader voor de lezers die naar Charleston gaan.
Daar Jasmine dikwijls lang in de camper moet blijven, willen we vandaag met haar naar het park. In het James County Park is er een speciale afgesloten hondenweide aan een vijver. De honden kunnen hier loslopen, en het is ongelofelijk hoeveel honden groot en klein en van verschillende rassen, hier met elkaar ravotten en zwemmen, zonder enige vorm van agressiviteit of gestresseerd blaffen.
Daar het mooi weer is, blijven we de ganse dag in het park om een dagje uit te rusten. Er is trouwens elke avond ter gelegenheid van de eindejaarsdagen een lichtshow.Door gans het park loop een weg van meer dan 2 miles met aan elke zijde prachtig verlichte figuren. Ze beelden de kerstman met zijn rendieren uit, muziekinstrumenten, vlinders, dieren, de ark van Noë, de ruimtevaart, de mooie huizen van Charleston in miniatuur, enz. We doen wel tweemaal het ganse parcours, het is gewoonweg schitterend.
Week van 10.12 tot 16.12.2007.
Nu we al een goede indruk van Charleston hebben, willen we ook de omliggende plantages bezoeken. De twee mooiste zijn Magnolia en Middleton. Tijdens de Burgeroorlog werden de meeste plantages hier platgebrand. Slechts één plantage, nl "Drayton House" werd gespaard, dankzij een sluwe list. Toen de troepen van de Confederatie hier arriveerden, stuurden de bewoners een klein ziek zwart meisje naar buiten, die de troepen om hulp moest vragen daar iedereen binnen zogezegd zwaar ziek was. De troepen hadden helemaal geen zin om door de zieken besmet te worden, en verlieten de plantage zonder ze leeg te roven of in brand te steken.
De huizen zelf zijn niet zo indrukwekkend, doch zij zijn gelegen in een schitterende natuur. In de parken staan eeuwenoude eiken, en de bomen zijn getooid met "Spanish moss", dit is een luchtplant die zoals haar in de bomen hangt. Het is een typische plant die enkel in het Zuidwesten van de US voorkomt. De parken hebben overal kleine moerassen, die een weelderige plantengroei toelaten, en het moet prachtig zijn als de duizenden azalea's en rhododendrons in bloei staan. Op Magnolia doen we eerst de Nature Train tour. Het is een rit met een treintje van ong. 3 uur dat ons naar alle hoeken van de plantage brengt. We komen voorbij verschillende swamps waar de alligators en
reuzenschildpadden liggen op te warmen in de zon. Er liggen zelfs enkele alligators gewoon langs de kant van de weg. We zien ook talrijke soorten vogels, zoals ibissen, diverse soorten reigers, visarenden en verschillende soorten trekvogels die hier komen overwinteren. Het is echt nog een ongerept stukje natuur, en we hebben geluk dat het nu het droge seizoen is, zodat we geen last hebben van muggen, die in de zomer een echte plaag zijn. De volgende dag gaan we terug om op ons eentje de Audubon Swamp (moeras) te gaan verkennen. Het is een wandeling van wel zeker 4 uur maar we zien dan ook veel wilde dieren, mooie planten en bomen.
De Plantages hier, waren vroeger enkel via het water te bereiken en de Ashley River speelde dan ook een belangrijke rol voor het vervoeren van mensen en goederen van en naar Charleston. Middleton Plantage heeft een prachtig park dat zich uitstrekt tot aan de rivier. Henry Middleton, die in 1741 in het bezit kwam van de plantage was een zeer welvarend man, die nog 11 andere, vooral rijstplantages, in South Carolina bezat. We maken eerst een tocht met paard en koets door de plantage met een interessante uitleg over het verbouwen van rijst. Het was een zeer arbeidsintensieve teelt, welke door slaven werd uitgevoerd. Men moest voorzichtig zijn dat het zilte water van de Ashley River niet in de rijstvelden kwam, want dan waren deze velden voor vele jaren onbruikbaar voor de rijstteelt.
Wanneer we door de tuin van de plantage wandelen,
ligt er een enorme kanjer van een alligator rustig aan de kant van het water
en Fred wil hem natuurlijk een beetje dichterbij gaan bekijken, ik ben er helemaal niet gerust in. Later wordt ons uitgelegd dat alligators eigenlijk helemaal niet zo gevaarlijk zijn voor mensen, het is pas wanneer ze door mensen gevoederd worden, zoals dikwijls gebeurd in woonwijken, bv tijdens een barbecue, dat ze hun angst voor de mensen verliezen en niet altijd het verschil zien tussen de prooi en de mens die het geeft.
Week van 17.12 tot 23.12.2007
Wij blijven meer dan een week in Charleston en zetten dan koers richting Savannah, een andere parel van het Zuiden. Wij zetten ons op een Sam's Club (maakt ook deel uit van de Wall-Mart keten en is een beetje te vergelijken met de Makro bij ons). Wanneer we de volgende dag opstaan, voelen we ons allebei ziek, het is de verkoudheid van Charleston die nu maar eerst goed uitbreekt. We besluiten dan maar Savannah over te slaan en zoeken een camping waar we een beetje kunnen bekomen en uitrusten. Gelukkig is er op die camping zeer goede WiFi ontvangst en de uitbater toont ons hoe we met de 50amps stekker die we in New York van iemand cadeau hadden gekregen, aan 220V geraken. Als we verschillende dagen op een camping willen blijven is dit natuurlijk beter want nu werkt de ijskast op stroom en kunnen we gelijk onze batterijen opladen. We hebben weliswaar een zonnepaneel, maar in deze tijd van het jaar zijn de dagen te kort en is de zon niet voldoende krachtig, om onze batterijen op te laden en we hebben onze generator maar die maakt toch lawaai.
Na een dagje of drie voelen we ons een stuk beter en rijden door naar Florida waar we willen overwinteren. We zetten koers richting Faver Dykes State Park nabij St.Augustine, en we hebben geluk er is nog juist één plaatsje vrij. Later vernemen we dat alle State Parks volgeboekt zijn tot na nieuwjaar, dus we betalen maar snel voor 14 dagen, de maximum duur dat men aansluitend in een State Park mag blijven. Het is een fantastische plaats, de campground ligt zeker 5 km van de bewoonde wereld in een prachtig natuurkader met verschillende wilde dieren. We zien er voor het eerst raccoons (wasbeertjes). Alhoewel men ze niet mag voederen, zie je toch duidelijk dat er af en toe iets uit een camper valt, en ze komen al snel bedelen. Ze zijn helemaal niet bang en zouden zelfs durven binnenkomen. Onze plaats schijnt ook zeer geliefd te zijn door de armadillo's, een soort gordeldier. Elke dag loopt er een op onze camp plaats, tot we hem op een morgen dood naast de weg vinden, overreden door iemand die blijkbaar de snelheidsbeperking niet kon respecteren. Het doet ons hartzeer want we waren reeds gewoon aan z'n bezoekjes en een gordeldier zie je niet elke dag.
Week van 24.12.2007 tot 12.01.2008
In Faver Dykes State Park vieren we een rustige Kerst en nieuwjaar zonder lawaai of vuurwerk, en zeker Jasmine geniet daarvan, want ze is niet zo dol op vuurwerk. Met Oudejaarsavond opent Fred na het lezen van de veiligheidsvoorschriften (zie foto) een fles champangne en we eten "Belgian Endive", niet omdat we heimwee hebben naar België, maar gewoon omdat we het lekker vinden.
Wij hebben zeer mooi warm weer. Met Oudejaarsavond 26° en we slapen nog met alle deuren en vensters open, maar de volgende nacht daalt de temperatuur plots tot 2°. Zulke extreme temperatuursverschillen zullen we nog meer beleven in Florida.
We brengen onze dagen door met wandelen, enkele uitstapjes naar St.Augustine, Washington Oaks State Gardens en het strand, maar ook met het bijwerken van onze foto's en blog en vooral bekomen van onze hardnekkige verkoudheid. Zoals alles hier in Amerika, zijn zelfs de verkoudheden "bigger".
St.Augstine is één van de oudste stadjes van de US en heeft een sterk Spaans karakter.
We nemen het treintje en laten ons gedurende twee dagen door het stadje rijden en stappen hier en daar af om een bezienswaardigheid van naderbij te bezoeken. Je hebt er o.a. het prachtige stadhuis met patio en het fraaie Flagler College met zijn mooie tuinen binnen prachtig houtsnijwerk en vensters in Tiffany's loodglas.
Villa Zorayda gebouwd in Spaanse stijl en waarvan alle vensters een andere vorm hebben, volgende de legende om de geesten te misleiden, en nog veel meer.
Het is een gezellig stadje en het prachtige weer en de kerstvakantie zorgen ervoor dat het er vrij druk is.
Tijdens onze wandeltocht zien we een eethuisje met aan de gevel een bordje "Gaufres". De uitbaters zijn Polen maar ze serveren heerlijke zelfgebakken Poolse/Brusselse wafels met warme chocolade en slagroom. We kunnen natuurlijk niet aan de verleiding weerstaan. Wanneer we halt houden bij "Ripley's believe or not" (dit is een soort museum met allerlei rariteiten) zien we in de tuin een groot standbeeld staan achter een haag. Het blijkt één van de 2 kopijen van Michelangelo's meesterwerk "David" te zijn, doch hier hebben ze het mooie naakt zedig achter een metershoge haag gezet, enkel zijn hoofd is zichtbaar boven de haag.
Washington Oaks State Garden is een enorme tuin, waar we tussen de kerstversiering en de rijpe appelsienenbomen lopen. Voor ons Noorderlingen wel een eigenaardige combinatie. Er staan zeer oude bomen in het park en in de rozentuin geuren prachtige rozen.
Na veertien dagen verlaten we met spijt het Faver Dykes State Park en gaan richting Blue Spring State Park. Dit is een plaats waar de manatee's (zeekoeien) komen overwinteren. Hun lichaam verdraagt slechts gedurende beperkte tijd het koude water van de rivieren, en dan ze komen naar de bron om zich op te warmen. Het helder blauw-groene water heeft een constante temperatuur van 22,2°. We gaan de bron verkennen op een frisse januarimorgen en we hebben geluk er zwemmen zeker een veertigtal manatee's die zich te goed te doen aan de vegetatie. Deze zachtaardige dieren zijn bedreigd door vermindering van hun woongebied, en vooral door de schroeven van de plezierjachten. We zien dan ook veel manatee's met flinke littekens veroorzaakt door de schroeven. Gelukkig is er nu op de meeste rivieren een snelheidsbeperking, en de lokale Sheriff houdt per boot een oogje in het zeil en deelt de nodige boetes uit. Spijtig genoeg kunnen ze niet overal aanwezig zijn en heeft de lobby van de verkopers/gebruikers van motorboten/jachten, veel invloed. We zien hier ook voor het eerst de Anhinga.Dit is een tropische watervogel, zij hebben geen beschermende vetlaag op de veren, dit geeft hen het voordeel dat ze sneller kunnen duiken om te vissen. Daarna moeten ze echter met gespreide vleugels in de zon zitten drogen. Het is een ongewoon zicht. In de bron leven zowel manatee's als alligators, schildpadden, prachtige waadvogels en vele vissen in harmonie met elkaar.
We zien een alligatornest met kleintjes, dat wordt uitkijken naar de moeder, want die wil ons misschien niet in de buurt.
Week van 07.01 tot 13.01.2008
Blue Spring is een fantastisch mooi park, er is maar één probleem; juist voorbij de campground rijdt een trein, en zelfs 's nachts kan die niet laten om met het nodige gefluit voorbij te rijden. We zoeken dan maar een ander State Park, nl. Wekiwa Springs op. Met een beetje moeite kunnen we een plaatsje op de campground bemachtigen. In de State Parks worden de meeste plaatsen gereserveerd via Reserve America, doch de communicatie tussen de parken en deze organisatie loopt nogal mank. Als men contact neemt met Reserve America zijn alle plaatsen volzet, maar op de campground zelf blijken dan nog verschillende plaatsen vrij te zijn. Het is een heerlijk rustige camping en het bevalt ons er zo goed dat we een week blijven te meer daar het prachtig weer is. We maken ritjes in het park of gaan wandelen en zien verschillende herten. Er hangen ook waarschuwingen voor beren en de afvalcontainers zijn speciaal beveiligd, maar bruintje hebben we niet gezien. Wekiwa Springs is ook een bron die constant 22,2° is en alhoewel het januari is, wordt er gezwommen.
De voordeligste campgrounds zijn in de "State" en "National" Parks, en ze zijn ook het mooiste gelegen in de natuur. De State Parks varieren van 15 tot 30 $/nacht, en hiervoor heb je een plaats van soms 200 m2, met tafel+banken en barbecue, elektriciteit, en warme douches. De National Parks kosten tussen 16 en 19 $, maar zijn iets primitiever., doch eveneens met grote plaatsen, tafel+banken en barbecue. De National Parks richtten ook veel geleide wandelingen en programma's in, interessant en je leert nog iets van de natuur. Dit alles is inbegrepen in de parkpas die 80 $ kost en waarmee je gedurende een heel jaar in alle National Parks en National Historic Sites binnen mag.
We blijven tot na het weekend in Wekiwa Springs, want onze volgende bestemming is Disney World en Fred wil niet naar de "kinderparken" met het weekend.