01.01 tot 27.01.2012 = XPU-HA (Mexico)-BELIZE-FLORES (Guatemala)
Nadat we bijna vijf jaar met onze camper in Noord Amerika hebben rondgezworven – 5 provincies in Canada – 32 staten in de USA en op een na alle staten van Mexico gaan we nu richting Centraal Amerika. Onze blog is blijven steken in mei 2008 wegens gebrek aan tijd. We willen er vanaf nu terug proberen aan te werken en elke maand een reisverslag met foto’s op te sturen.
Week van 01.01 tot 07.01.2012
We zijn naar het strand van XPU-Ha (Yucatan) teruggekeerd, waar we vorig jaar reeds enkele weken met de camper hebben gestaan, om Kerst en Nieuwjaar te vieren.
We hebben de overgang naar het nieuwe jaar rustig gevierd met een etentje met vrienden die we op de camping hebben leren kennen en zijn daarna naar het strand gewandeld waar een grote pop stond opgesteld. Volgens Mexicaanse traditie wordt de pop verbrand ten teken van afscheid van het oude jaar. Na veel moeite ging de pop in brand maar moest al na enkele minuten terug gedoofd worden. Hevige rukwinden deden de gensters vervaarlijk naar de rieten palapas en tenten op het strand, vliegen.
In afwachting dat we richting Centraal Amerika gaan, doen we het de rest van de week rustig aan, een beetje op de computer werken, een paar maal naar het strand, de dagelijkse Happy Hours met Dierck & Vera, Claude & Mags, Tedda en Harald en John en Peggy en ook een bezoekje aan Isla Cozumel.
Cozumel valt ons tegen, er is eigenlijk niets te zien en het is heel toeristisch. Voor de kust schijnen wel enkele mooie riffen te liggen die druk bezocht worden om te snorkelen en het dorpje zelf is een aaneenschakeling van souveniersshop en dure juweliers.
We hadden reeds in Playa del Carmen een “Mexican Ferrari”gereserveerd.Bij het buitenrijden voelt Fred dat het gaspedaal afgebroken is, en er wordt voor vervanging gezorgd. Dit wagentje rijdt prima alleen kan het niet overdekt worden. Wanneer we in de Reserva Biosfera de Punta Sur zijn, valt het water plots met bakken uit de hemel. Gelukkig kunnen wij in een souvenirsshop schuilen, maar in ons autootje staat water en de kussens zijn drijfnat. In de Reserva leven veel vogels, zowel inheemse als overwinteraars. Het is ook een broedplaats voor zeeschildpadden en in de laguna zien we enkele krokodillen (in het Mexicaans Cocodrilos).
In Cozumel staan bij een plaatselijk cafe, twee enorme cowboybotten met twee revolvers erbij. Dit nodigt natuurlijk uit voor een foto maar de revolvers waren wel heel zwaar en de botten veel te groot.
Week van 08.01 tot 14.01.2012
Ondertussen is de camping volledig volzet geraakt, al de vaste overwinteraars, de “Snowbirds” zijn ondertussen aangekomen. Het valt ons moeilijk afscheid te nemen van het lui leventje en al de vrienden die we hier op Xpu-Ha hebben leren kennen en ons vertrek wordt telkens met een dag uitgesteld. Uiteindelijk vertrekken we zaterdag naar Balneario Cocalitos in Bacalar. Ditmaal vinden we de camping zonder problemen, te meer daar we de camper van een van onze vrienden zien staan, De camping is mooi gelegen aan Laguna Bacalar, de “Laguna de Siete Colores” (lagune van de zeven kleuren). Het heldere, ondiepe water nodigt uit tot zwemmen en de lagune verandert voortdurend van kleur naarmate de lichtinval. De camping wordt gerund door een invalide Mexicaans echtpaar die hier leven in een schamel hutje met hun honden (waarvan 1 met een nest van 8 allerliefste pups), kippen, kalkoenen, enz. Elke dag komt er een soort gebedspriester voorbij die met gebeden en rammelaars de invalide man tracht te genezen.
Week van 15.01 tot 21.01.2012
Het bevalt ons hier zo goed op deze rustige camping dat we drie dagen blijven staan.
We gaan terug naar de camping van Calderitas voor de laatste voorbereidingen voor Centraal Amerika. We slagen een goede voorraad voeding in daar we niet weten wat we daar allemaal kunnen vinden. Er schijnen blijkbaar niet veel supermarkten te zijn.
Zoals trouwens de meeste campings in Mexico is deze mooie camping praktisch verlaten. Enkel de Canadezen komen nog naar Mexico en het merendeel van de mensen die we op de campings tegenkomen zijn Europeanen die hun camper naar Amerika hebben verscheept of in de USA een camper hebben gekocht. Het toerisme zit werkelijk in een dieptepunt. Het restaurant op de camping sluit reeds om 20.00 h. wegens geen volk.
De vrijdag steken we de grens met Belize over. Daar we reeds vorig jaar reeds drie weken in Belize waren, blijven we hier slechts enkele dagen alvorens naar Guatemala te gaan. Na 1 uur hebben we al de nodige papieren voor ons en voor de camper en mogen 11 dagen in Belize blijven. Het is ook een beetje acclimatiseren, in Canada, USA en Mexico hadden we gidsen met campings, en ook in Belize kennen we reeds enkele plaatsjes waar we met de camper kunnen staan. Vanaf Guatemala is alles een beetje a l’improvis, enkel de blogs en infos van andere reizigers kunnen ons een beetje helpen.
We blijven twee dagen in Orange Walk – Lamanai River & Retreat. We hebben een mooi plaatsje aan de rivier en houden ons bezig met het spotten en fotograferen van vogels.
Ook hier sluit het restaurant om 20.00 h, wegens geen volk en slechts enkele schaarse toeristen nemen de mooie River Cruise die van hieruit vertrek. Wij hebben die vorige maal gedaan.
Week van 22.01 tot 27.01.2012
We vervolgen onze weg naar San Ignacio, het laatste dorp voor de grens met Guatemala. In San Ignacio zijn we getuige van de opgraving van een heus skelet en potscherven toebehorend aan de Maya’s.
Nadat we onze mails gecheckt hebben, rijden we door naar de grens met Guatemala. Bij het verlaten van Belize moeten we 30 B$ voor onze visum en 7,5 B$ ecotaks betalen, dat is zo’n 15 euros. In Guatemala, nadat onze camper eerst onderaan met een hogedrukspuit wordt “gereinigd”, gaan we eerst naar immigration voor ons visum en moeten daarna onze camper inklaren. De grensformaliteiten verlopen zeer vlot, als is geinformatiseerd en na het betalen van 20 Quetzal per persoon voor ons visum en 160 Quetzal voor de camper, kunnen we onze reis in Centraal Amerika verder zetten. 1 Quetzal is ong. 4 BF. Ons visum zowel als de toelating voor de camper geldt 90 dagen en telt voor Guatemala, El Salvador, Honduras en Nicaragua. Wanneer we de volle 90 dagen opgebruiken, moeten we 3 maanden wachten alvorens we met de camper mogen terugkeren in deze landen. Aan de grensovergang staan mannen waar je geld kunt wisselen, want alles dient in Quetzal betaald te worden. We wisselen 100 US$ voor de grensformaliteiten en pinnen snel even geld in het eerste stadje dat we tegenkomen.
We hebben sinds gisteren een probleem met de injektie van onze motor. We rijden daarom eerst naar Santa Elena, de eerste redelijke stad in Guatemala. Bij een bandencentrale vragen we waar we een '”diagnostic center” voor auto’s kunnen vinden. Onmiddellijk springt een van de werknemers in zijn auto en brengt ons naar de juiste garage. De garagist heeft in San Diego gestudeerd, spreekt Engels en heeft ervaring met het elektronisch gedeelte van motors. Het zijn twee connectors van de injektie die weer slecht kontakt geven. Hij herstelt het euvel en doet een volledige check up van de motor, dit was wel nodig na 120.000 km. We mogen twee dagen op de koer van zijn garage overnachten. Ik ga ondertussen op zoek naar een verzekering voor onze camper. Die is niet eenvoudig te vinden, want een autoverzekering is niet verplicht en bijna iedereen rijdt hier bijgevolg zonder verzekering. Ik neem hiervoor de tuk-tuk (dit is een soort gemotoriseerde Thaise riksja die je voor 5 Quetzal overal in de stad brengt. Zeer vlot en handig zeker als je de stad niet kent en je hoeft je hand maar op te steken of er stopt er een.
De volgende dag gaan we naar het pittoreske stadje Flores gelegen op een eilandje in Lago Peten Itza. Langs de cobblestone straatjes staan typische huisjes in diverse kleuren. Er zijn
vele restaurantjes en er heerst een gezellige drukte. Op het postkantoor kopen we enkele zegels voor Europa, maar de postbediende zegt dat we zegels er met Pritt moeten opkleven, want dat er geen gumlaag meer op zit. Behulpzaam als ze zijn, doet hij dit voor ons. We maken een tochtje op het meer en wanneer we van het strandje terugkeren, zwiert er plots een grote, zwarte aap door de bomen. ‘s Avonds kunnen we in het stadje aan de boorden van het meer overnachten.
In Santa Elena zijn er ook twee moderne “Centro Commercial”.
We hebben de indruk dat alhoewel er ook veel armoede is, Guatemala meer Amerikaans getint is dan Mexico. De groenten, fruit en vlees zijn van betere kwaliteit, enkel het brood stelt problemen – bananenbrood, cinemon rolls en in de supermarkt vind je het merk “Europa” – maar dat is van dat Amerikaans sponsbrood. De hoofdwegen zijn over het algemeen geasfalteerd, maar zelfs op de hoofdwegen vind je stukken die onverhard zijn. De mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam en tot hiertoe hebben we zeker geen onveilig gevoel. Overal loopt/staat wel gewapende politie met riotguns, aan supermarkten, banken, tankstations en zelfs aan kleine winkeltjes. Doch men went hieraan.
Morgen gaan we naar Tikal.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage