21.04 tot 18.05.2008 = McALLEN tot WHITE SANDS NATIONAL MONUMENT
Week van 21.04 tot 27.04.2008.
Dinsdag willen we de grens oversteken, maar we horen op het weerbericht dat er temperaturen tot 46° voorspelt worden en men heeft ons gezegd dat de grenspost op een helling ligt. We weten niet hoeveel verkeer er aan de grenspost is en hoelang we moeten aanschuiven en besluiten maar een dagje te wachten en de volgende dag heel vroeg de grens over te steken. Daar er nergens aanduidingen staan naar Pharr Bridge verliezen we een hoop tijd om de grenspost te vinden. Gelukkig is het zeer rustig aan de grens en de formaliteiten voor onze visa verlopen zeer vlot. Wij krijgen een visum voor 6 maanden. Voor de camper duren de formaliteiten bijna twee uur. Daar wij met een Europese camper rijden, hebben ze moeilijkheden om ons VIN nummer in hun computer te krijgen, we hebben namelijk 1 cijfer teveel, dus er is niet voldoende plaats. We kenden dit probleem reeds van een Frans echtpaar die tijdens hun wereldreis (ccarautourdumonde@free.com) met hun camper hetzelfde probleem hadden. Er komen verschillende verantwoordelijke aan te pas om dit probleem op te lossen. Uiteindelijk krijgen we een toelating om gedurende 10 jaar met onze camper in Mexico rond te toeren, en moeten hiervoor 50 $ betalen. Hun bankkaartensysteem functioneert niet goed, en onze Visa kaarten worden geweigerd. Gelukkig hebben we nog ergens 50 US dollars zitten. Daarbij komt nog dat alles in het Spaans moet gebeuren, en we moeten dan ook ons beste beentje voorzetten. We zijn wel een beetje verwonderd dat alhoewel deze grenspost veel gebruikt wordt door Amerikanen die in Mexico gaan overwinteren, niemand Engels spreekt of verstaat, of willen ze het gewoonweg niet. De fotocopies waren helemaal niet nodig want aan de grens maakt men toch nieuwe copies.
Er is wel een mooie tuin waarin talrijke zangvogels hun mooiste liedje laten horen. Later vernemen we dat dit een Motel is dat voornamelijk bezocht wordt als rendez-vous huis voor homo's.
Week van 28.04 tot 04.05.2008
De laatste 100 km naar El Tajin nemen we de tolweg. We delen deze autostrade met zowel ranchero's te paard, als mensen met paard/ezel en kar en de kippen lopen over de weg. We willen de opgravingen van El Tajin gaan bezoeken, maar alles is modderig door de regens van de voorbije dagen en we rijden bijna vast wanneer we ons op de parkeerplaats willen zetten. We besluiten dan maar terug te keren naar Poza Rica op enkele km daarvan gelegen.
In Poza Rica kunnen we overnachten op de patio van een hotel. We mogen gebruik maken van alle faciliteiten van het hotel. We hebben zelfs free WIFI in de camper en er is een goed onderhouden zwembad in een prachtige tuin. De keuken van het hotel is zeer lekker, maar de "fried chilis" bij de fajitas waren toch een beetje te pikant voor onze smaakpapillen. Wanneer Fred bij zijn maaltijd een glas wijn wil drinken, blijkt dit een probleem te zijn. Hier wordt duidelijk geen wijn bij het eten gedronken. Uiteindelijk brengt de ober toch een fles wijn, maar de wijn was niet te drinken. Wij blijven twee nachten aan het motel staan om onze emails een beetje bij te werken.
Week van 12.05 tot 18.05.2008
We willen overnachten in Villa Ahumada, het laatste redelijk stadje voor de grens. Beide kanten van de weg zijn winkeltjes en verkopers langs de straat proberen je nog van alles te verkopen voor je Mexico verlaat. Het is moeilijk een plaatsje te vinden om te overnachten en de parkings profiteren ervan om extra hoge prijzen te vragen. Uiteindelijk vinden we een plaatsje aan een restaurant, doch bij het achteruitrijden, rijdt Fred met het bagagerek tegen een pick-up. De schade is miniem en na wat onderhandelen, wordt de schade snel onderling geregeld.
In McAllen, de laatste stad voor de Mexicaanse grens had men ons gezegd dat we van alle documenten fotocopies moesten hebben om de grens te overschrijden. Dit was gemakkelijker gezegd dan gedaan, want nergens vonden we een copiermachine. Men stuurde ons van het kastje naar de muur, ze waren zeker niet behulpzaam en niemand kon ons inlichtingen geven. Uiteindelijk kunnen we in een UPS kantoor terecht voor de fotocopies. Het is vreselijk warm en er staat een stevige wind zodat het stof en het zand langs alle ramen en kieren binnenwaait.
Dinsdag willen we de grens oversteken, maar we horen op het weerbericht dat er temperaturen tot 46° voorspelt worden en men heeft ons gezegd dat de grenspost op een helling ligt. We weten niet hoeveel verkeer er aan de grenspost is en hoelang we moeten aanschuiven en besluiten maar een dagje te wachten en de volgende dag heel vroeg de grens over te steken. Daar er nergens aanduidingen staan naar Pharr Bridge verliezen we een hoop tijd om de grenspost te vinden. Gelukkig is het zeer rustig aan de grens en de formaliteiten voor onze visa verlopen zeer vlot. Wij krijgen een visum voor 6 maanden. Voor de camper duren de formaliteiten bijna twee uur. Daar wij met een Europese camper rijden, hebben ze moeilijkheden om ons VIN nummer in hun computer te krijgen, we hebben namelijk 1 cijfer teveel, dus er is niet voldoende plaats. We kenden dit probleem reeds van een Frans echtpaar die tijdens hun wereldreis (ccarautourdumonde@free.com) met hun camper hetzelfde probleem hadden. Er komen verschillende verantwoordelijke aan te pas om dit probleem op te lossen. Uiteindelijk krijgen we een toelating om gedurende 10 jaar met onze camper in Mexico rond te toeren, en moeten hiervoor 50 $ betalen. Hun bankkaartensysteem functioneert niet goed, en onze Visa kaarten worden geweigerd. Gelukkig hebben we nog ergens 50 US dollars zitten. Daarbij komt nog dat alles in het Spaans moet gebeuren, en we moeten dan ook ons beste beentje voorzetten. We zijn wel een beetje verwonderd dat alhoewel deze grenspost veel gebruikt wordt door Amerikanen die in Mexico gaan overwinteren, niemand Engels spreekt of verstaat, of willen ze het gewoonweg niet. De fotocopies waren helemaal niet nodig want aan de grens maakt men toch nieuwe copies.
Enkele kilometers na de grens staan er gewapende militairen met pantservoertuigen en de mitraillettes in aanslag. Deze militaire controles zullen we onderweg in Mexico nog vaker tegenkomen. Het ziet er veel gevaarlijker uit dan het is en men raakt er aan gewoon. Ze controleren je identiteitspapieren en willen eens in de camper zien, vooral in de onze want een Europese camper zien ze niet alle dagen. Zij zijn over het algemeen zeer vriendelijk, beleefd en correct.
Het eerste stadje dat we in Mexico aandoen is Reynosa. Onze GPS functioneert in Mexico niet en men had ons verwittigd dat Reynosa een ramp is. De wegen zijn slecht aangeduid, het verkeer is een chaos, iedereen rijdt naar eigen goeddunken en lapt de verkeersregels aan hun laars, vele wegen zijn onverhard en het zand stuift overal in het rond en het is bloedheet. Uiteindelijk vinden we een schaduwrijk plaatsje nabij een Centro Comercial om een beetje te bekomen. Hier is gelukkig ook een bank waar we geld uit de muur kunnen halen.
We willen die dag nog naar San Fernando de Presas rijden, ongeveer 147 km van de grens. Men heeft ons aangeraden tot zeker 100 km voorbij de grens te rijden, want schijnbaar zou het voora in het grensgebied gevaarlijk zijn voor drugs en diefstal. De weg naar San Fernando de Presas is vrij eentonig, met als enige afwisseling nog twee controles.
We rijden voorbij talrijke mini-markets waar men letterlijk alles verkoopt en door kleine dorpjes met bont geschilderde huisjes. Het ziet er allemaal heel rommelig en armoedig uit, sommige huizen zijn slechts hutjes met een golfplaten of rieten dak erop.
We zien onderweg ook veel “vulcanizadores” dit zijnkleine kleine garage die niets anders doen dan banden repareren. Dit is geen overbodige luxe hier want de wegen zijn in slechte staat en zeer smal. Meestal is enkel de hoofdweg geasfalteerd en de zijstraten zijn onverhard met diepe putten en grote stenen. In de steden en dorpjes liggen overal topes (verkeersdrempels) (in een klein dorp kunnen er soms wel 10 topes liggen). Soms zijn ze aangeduid en liggen ze er niet, andere keren ligt er een en is die niet aangeduid en men kan maar beter voorzichtig over deze topes rijden als men zijn voertuig niet wil beschadigen. De topes schijnen de enige manier om overdreven snelheid in Mexico te vermijden.
We hebben een campinggids met de Mexicaanse campings gekocht, en in San Fernando de Presa kan men ovenachten op de "patio" van motel La Serena. Dit motel ligt 0,5 km van de hoofdweg langs een zijweg in zeer slechte staat met aan beide zijde in het struikgewas verscholen, verschillende autowrakken en zelfs een half uitgebrande brandweerwagen We rijden voorzichtig tot aan het motel, dat er van buiten een beetje aftands uitziet. Op de binnenplaats is er ruimte voor enkele campers, maar we zijn er alleen. Het is reeds eind april en de meeste overwinteraars zijn reeds vertrokken omdat het al veel te warm wordt, dat zullen we later nog ondervinden. Uiteindelijk valt het hotel nog mee, we betalen 15 US$ per nacht en krijgen de sleutel van een kamer om te douchen, die overigens kraakproper is en ik mag gratis de wasmachines gebruiken. De eigenaar is zeer vriendelijk en komt verschillende keren vragen of alles naar wens is en zijn dochtertje is verkocht als ze Jasmine ziet.
We maken een wandelingetje door het stadje. We hebben een beetje het gevoel dat we bekeken worden als mensen die van een andere planeet komen, vooral ook door Jasmine, zo’n hond en die dan nog aan een leiband meeloopt, dat zien ze hier niet vaak. Iedereen wil met haar op de foto. De cultuurschok is inderdaad zeer groot, het ziet er een beetje uit als Spanje 50 jaar geleden .
De hoofdweg die door gans het stadje loopt is mooi aangeplant, en er zijn langs beide zijde allerlei soorten winkeltjes waar alles te koop is, van levensmiddelen tot moderne draagbare telefoons. Er is een hospitaal met een spoeddienst en laboratorium (het geeft de indruk dat je hier beter niet ziek kunt worden, doch anderzijds is ons gezegd dat de medische verzorging in Mexico zeer goed is) verschillende apothekers, zelfs een AA lokaal en een vakbond
We vinden er zelfs een "Panificadora " (bakkerij) genaamd "Paris" met op het uithangbord de Eiffeltoren. Het ziet er allemaal een beetje groezelig en rommelig uit en we moeten ons wel even aanpassen. Maar de mensen zijn heel vriendelijk en zeggen van ver "Ola".
De volgende morgen regent het en we besluiten nog een dagje in La Serena te blijven. We rommelen een beetje in de camper en maken nog een wandelingetje in het stadje.
We hebben een probleem met het dakvenster van onze camper. Het kabeltje om het dakvenster open te draaien is gebroken. Dat is wel vervelend vooral nu het zo warm is. Dit kabeltje moet uit België komen, en zodra we terug in de USA zijn, wordt het door onze Belgische vrienden Greet en Peter naar Taos gestuurd.
We hebben een probleem met het dakvenster van onze camper. Het kabeltje om het dakvenster open te draaien is gebroken. Dat is wel vervelend vooral nu het zo warm is. Dit kabeltje moet uit België komen, en zodra we terug in de USA zijn, wordt het door onze Belgische vrienden Greet en Peter naar Taos gestuurd.
In het stadje lopen veel straathonden rond, maar ze zijn nog al bang aangelegd, als je er maar eens naar dreigt lopen ze al weg met de staart tussen hun poten. We zien in het stadje ook veel kleine garages, met een heel hoop wrakken en oude auto's voor de deur. Men maakt hier van twee wrakken een "nieuwe" auto en onderdelen is hier zeker geen probleem, zolang je niet met een Europese camper rijdt.
Onze volgende bestemming is Cuidad Mante. We rijden kilometers door velden met suikerriet of agave gekweekt voor deTequila (de nationale drank van Mexico) endoor kleine dorpjes waar het lijkt of de tijd heeft stilgestaan. Onderweg zien we veel oude auto's met tot op de top versleten banden. Langs de kant van de weg lopen kippen, koeien, ezels en honden, hier en daar is er één doodgereden, maar die laat men gewoonweg liggen.De ezel is hier trouwens nog een veel gebruikt transportmiddel.
Onderweg hebben we diesel genomen aan een Pemex station. In heel Mexico zijn de benzinestation genationaliseerd en de verdeling gebeurt door de Pemex stations. De prijs is overal gelijk : diesel 6,02 pesos of 0,35 euros/liter. Dit was een aangename verrassing op het moment dat de benzineprijzen in Europa en zelfs in de USA de de pan uit rezen.
In Ciudad Victoria hebben we in een Gigante (Carrefour/Geant) boodschappen gedaan. Een heel winkelkarretje vol inclusief een fles Tequila en wijn voor slechts 654 pesos (40 euros). In Mexico en Canada gebruikt men het decimaal stelsel, het is enkel de USA die vasthouden aan de miles en gallons.
Het is verschrikkelijk heet en 's middags moeten we eten met de motor draaiend om een beetje koelte te hebben. Onze airco werkt namelijk alleen wanneer de motor draait.
We overnachten op het koer van Hotel Mante, dat midden in de stad gelegen is en het is er zeer rumoerig. Maar de tuin staat vol met tropische bloemen en planten. Het hotel ziet er vrij modern uit en er is zelfs een zwembad, maar het onderhoud laat een beetje te wensen over. Er zijn ook warme douches, maar die zijn een beetje vergelijkbaar met diegene uit films over de brousse in Afrika, ik had gelukkig warm water, Fred niet.
De mooiste winkel is die met de bruidsjurken.
We kopen een lekkere ananas aan één van de vele trucks die met groeten en fruit langs de straten staan.
Op de terugweg naar het hotel is er straatanimatie, een vuurspuwer tracht enkele pesos te verdienen met zijn kunstjes.
Het blijft die nacht bloedheet en we slapen met alles open en de ventilator draait op volle toeren. We hebben de Kreeftskeerkring (de Tropen) overschreden.
Het blijft die nacht bloedheet en we slapen met alles open en de ventilator draait op volle toeren. We hebben de Kreeftskeerkring (de Tropen) overschreden.
Ons volgend doel zijn de Watervallen van Tamasopo, een hint die we aan de grens hadden gekregen. We moeten door het dorp Tamasopo rijden, dat een beetje op een rovershol lijkt. De straten zijn zeer smal en stoffig. We moeten een paar keer verschillende malen manoeuvreren om rond de hoek te draaien. Tot overmaat van ramp is er een verkeersomleiding wegens wegenwerken en staan de auto's op de meest onmogelijke plaatsen geparkeerd. De Cascades liggen nog 3 km voorbij het dorp en zijn slecht aangegeven. Uiteindelijk blijkt de "camping" eveneens de ingang naar de Cascades te zijn. We moeten met de camper door een "vado" (doorwaadbare plaats) rijden om op de camping te geraken. We vinden een mooie plaats met schaduw onder de bomen, doch moeten ons later op de dag verzetten, want in die bomen hangen groene vruchten - chot - die wanneer ze rijp zijn, met een zware bons op de camper vallen. Na de middag maken we een wandeling naar de watervallen. Het is er heel gezellig. Er zijn meerdere watervallen met verschillende bekkens waar je kunt in zwemmen. Het is zaterdag, en Fred vindt het precies "Pais San Bobbejaan", maar de mensen amuseren zich kostelijk in het water. Ze zitten soms volledig gekleed in het water, vooral de oudere vrouwen. Sommige bassins zijn tot 8 m diep en veel zwemmers dragen een zwemvest. Ze amuseren zich als kleine kinderen
met over de wiebelende hangbrug te lopen, of met een touw zoals Tarzan over de watervallen te zwieren. Dit touw wordt ook gebruikt als springplank om in het water te duiken. Ze kunnen blijkbaar met minder plezier maken dan wij Europeanen.
De watervallen liggen in een prachtige omgeving met schitterende tropische planten en bloemen. De Ficus Benjamina (die wij in onze huiskamers met zoveel zorg moeten omringen) groeit hier als onkruid en worden in Mexico geals onkruid en worden in Mexico gewoon met de machette gesnoeid.
Er staat ook een oudeBanyan Tree die helemaal met een stenen muur vergroeid is. Het krioelt er van de vogels, en vooral tegen de avond van de zwaluwen. je zit precies midden in een tropische jungle wanneer je al deze vogels hoort zingen. Nabij de watervallen is ook een eettentje en een souvenirs winkeltje, waar we enkele postkaarten en een mooie poster van de watervallen kopen. We staan als enige buitenlander en dan nog met een camper op een typisch Mexicaanse camping. Hele groepen tenten met grote families in volgestouwde auto's die komen genieten van een dagje vrij. De Mexicanen, alhoewel zeer arm, grijpen elke gelegenheid aan om er één dagje op uit te trekken naar het strand of picknick plaats, en met de weinige middelen die ze hebben genieten
ze er met volle teugen van, met een barbecue al zingend en dansend. Er was zelfs een groep bij die met een bus werden gebracht en een dag later terug opgehaald, je moest het zien het was precies een volksverhuizing, al hun bezittingen gestouwd in zakken en grote geknoopte tafelkleden, iedereen van de families was present, van de kleinste tot de stokoude opa's en oma's. Overdag is het zeer warm. Gelukkig wordt het tegen de avond koeler dankzij de aanwezigheid van de watervallen, en 's nachts regent het. Vele Mexicanen gaan een wandelingetje maken in de regen.
We rijden richting Poza Rica en de opgravingen van El Tajin, maar we vorderen zeer langzaam. Heel der stukken weg zijn opengebroken of in zeer slechte staat Wanneer we 's middags aan en Pemex station stoppen, worden we direct aangeklampt door kinderen en volwassenen die ons van alles willen verkopen, gaande van voedingswaren tot rieten mandjes, Mexicaanse poppetjes en sombrero’s. Het landschap is wel mooi en zeer groen. We rijden door een gebied met uitgedoofde vulkanen en langs talrijke bananenplantages. Daar de weg zo slecht vordert, zijn we verplicht 's avonds aan een Motel in El Alazan te overnachten. De campground is gelegen naast een zeer drukke baan, de elektriciteit functioneert niet en de douche is koud.
Week van 28.04 tot 04.05.2008
De laatste 100 km naar El Tajin nemen we de tolweg. We delen deze autostrade met zowel ranchero's te paard, als mensen met paard/ezel en kar en de kippen lopen over de weg. We willen de opgravingen van El Tajin gaan bezoeken, maar alles is modderig door de regens van de voorbije dagen en we rijden bijna vast wanneer we ons op de parkeerplaats willen zetten. We besluiten dan maar terug te keren naar Poza Rica op enkele km daarvan gelegen.
In Poza Rica kunnen we overnachten op de patio van een hotel. We mogen gebruik maken van alle faciliteiten van het hotel. We hebben zelfs free WIFI in de camper en er is een goed onderhouden zwembad in een prachtige tuin. De keuken van het hotel is zeer lekker, maar de "fried chilis" bij de fajitas waren toch een beetje te pikant voor onze smaakpapillen. Wanneer Fred bij zijn maaltijd een glas wijn wil drinken, blijkt dit een probleem te zijn. Hier wordt duidelijk geen wijn bij het eten gedronken. Uiteindelijk brengt de ober toch een fles wijn, maar de wijn was niet te drinken. Wij blijven twee nachten aan het motel staan om onze emails een beetje bij te werken.
Twee dagen later gaan we de opgravingen van El Tajin bezoeken. De inkom bedraagt 48 pesos/persoon (ong. 3 euros), maar boven de 60 jaar is de inkom gratis. Tot onze verwondering geldt dit ook voor ons buitenlanders.
We mogen dus gratis de opgravingen bezoeken die gelegen zijn in een mooie tuin met exotisch planten, bloemen en vruchten. De ruïnes van El Tajin zijn een overblijfsel van een politiek en religieus centrum van de Totonakencultuur. Deze beschaving floreerde tussen 900 en 1150. De meeste met reliëfs versierde gebouwen waren toen geschilderd in krachtige kleuren als rood, blauw en zwart. Het was voor die tijd een grote stad met een oppervlakte van 10 km2 en meer dan 25.000 inwoners. Tot op heden is slechts 1 km2 opgegraven en de informatiebordjes zijn miniem. De Totonaken hadden een hoogstaande beschaving maar waren een krijgslustig volk, wat blijkt uit de talrijke tekeningen op de friezen en reliëfs, waarop gruwelijke foltertaferelen zijn afgebeeld.
Het belangrijkste gebouw is de Piramide van de Nissen. De 365 nissen stellen de dagen van het jaar voor en elke nis bevatte ooit een offergave.
Voor de opgravingen staan stalletjes die typische kleding , T-shirts, souvenirs en etenswaren trachten te verkopen. Spijtig genoeg is alles een beetje ouderwets en verschenen van de zon en de snacks zien er niet erg fris uit.
Op het plein voor de opgravingen staan de Voladores. De Voladores zijn 5 mannen die van een 30 m hoge mast aan een touw al cirkelend rond de mast naar beneden komen. Tijdens dit oeroud ritueel maken ze in het totaal 52 omwentelingen, die de 52 cycli van de Meso-Amerikaanse kalender voorstellen, alvorens de grond te bereiken. Daar er geen andere toeschouwers zijn, willen ze wel voor ons optreden, doch we moesten hiervoor 500 dollars betalen, en dat vonden we wat veel.
Het is broeiend heet in El Tajin, en we besluiten een weekje verkoeling te zoeken aan de stranden van de Costa Esmeralda aan de Golf van Mexico. We willen via een secundaire weg naar de kust rijden. De De eerste100 km verlopen prima maar de volgende 100 km zijn een ware beproeving zowel voor de camper als voor de chauffeur. Ofwel is de weg in een erbarmelijk staat, ofwel zijn er wegenwerken en moet we door diepe putten en over grote stenen van de éné zijde van de smalle weg naar de andere zijde laveren. We zijn opgelucht wanneer we de hoofdweg terug bereiken.
Aan de Costa Esmeralda installeren we ons op de Quinta Alicia campground. De camping is mooi gelegen aan het strand en hoge kokos palmen bieden welkome schaduw. Alhoewel het sanitair oud is functioneert het goed en is proper. Er is ook een goed restaurant op de camping waar we volgende dagen dikwijls gebruik van zullen maken. Spijtig ligt er voor de ingang een topes en waneer 's nachts de vrachtwagens voor deze topes op hun motor remmen, maakt het een oorverdovend lawaai, en kunnen we niet slapen. We besluiten dan de volgende morgen enkele campings verder te gaan staan. Ook deze camping is mooi gelegen aan het strand en we staan verder van de baan af. In aanvang is het er heel rustig, doch het is het weekend van 1 en 5 mei, en veel Mexicanen profiteren van dit lang weekend om naar het strand te komen. 1 mei wordt in Mexico nog heel intens gevierd en de Cinco di Mayo (herdenking van de slag bij Puebla, een Mexicaanse overwinning op het Frans leger in 1862) is een heel populaire feestdag. Op de camping
heerst er een gezellige drukte, iedereen is in een goede stemming, zingt, maakt muziek, danst er wordt gebarbecued en het kleine zwembad is altijd overvol De ganse dag komen er verkopers voorbij met hangmatten, souvenirs, t-shirts en petten, snoep en frisdranken. We blijven 5 dagen op deze campground, genieten mee van deze ongedwongen sfeer en maken mooie wandelingen met Jasmine langs het zandstrand van de Golf van Mexico. Dit is een voordeel aan Mexico, de hond is overal toegelaten, op het strand, in de parken, in de meeste restaurants, enz.
Week van 05.05 tot 11.05.2009.
We keren nog één nachtje terug naar Poza Rica om onze emailte checken en rijden dan naar het bergachtig binnenland. Het is een prachtige avond en we zitten tot laat op het terras. Men had ons gezegd dat in het binnenland, dat grotendeels een hoogplateau is waar we gemiddeld op 2000 meter hoogte rijden, het koeler en minder vochtig is en de temperaturen beter te verdragen zijn. We rijden richting Querétaro. De weg vordert zeer langzaam, want de baan is smal en de overladen camions geraken moeilijk de berghellingen op. Wanneer we 's avonds aan een Wal-Mart willen overnachten, krijgen we hiervoor geen toestemming, blijkbaar hanteert Wal-Mart Mexico niet dezelfde normen dan Wal-Mart USA. Eenmaal op het hoogplateau aangekomen, komen we in een typisch Mexicaans landschap, een dor landschap met diverse soorten cactussen met verschillende kleuren bloemen, mooie hacienda's en ranchero's te paard maar ook stukken mooi groen berglandschap. Overal in de kleurrijke dorpjes en langs de weg zijn restaurantjes en taquerias (eettentjes waar men Tacos verkoopt). Langs de weg zijn ook talrijke winkeltje die het prachtig Mexicaans aardewerk verkopen. Alle mogelijke modellen schalen en potten, dieren, zonnen, enz geschilderd in felle, bonte kleuren.
We keren nog één nachtje terug naar Poza Rica om onze emailte checken en rijden dan naar het bergachtig binnenland. Het is een prachtige avond en we zitten tot laat op het terras. Men had ons gezegd dat in het binnenland, dat grotendeels een hoogplateau is waar we gemiddeld op 2000 meter hoogte rijden, het koeler en minder vochtig is en de temperaturen beter te verdragen zijn. We rijden richting Querétaro. De weg vordert zeer langzaam, want de baan is smal en de overladen camions geraken moeilijk de berghellingen op. Wanneer we 's avonds aan een Wal-Mart willen overnachten, krijgen we hiervoor geen toestemming, blijkbaar hanteert Wal-Mart Mexico niet dezelfde normen dan Wal-Mart USA. Eenmaal op het hoogplateau aangekomen, komen we in een typisch Mexicaans landschap, een dor landschap met diverse soorten cactussen met verschillende kleuren bloemen, mooie hacienda's en ranchero's te paard maar ook stukken mooi groen berglandschap. Overal in de kleurrijke dorpjes en langs de weg zijn restaurantjes en taquerias (eettentjes waar men Tacos verkoopt). Langs de weg zijn ook talrijke winkeltje die het prachtig Mexicaans aardewerk verkopen. Alle mogelijke modellen schalen en potten, dieren, zonnen, enz geschilderd in felle, bonte kleuren.
Querétaro, een der Colonial Cities en waarvan het oud stadsgedeelte door de Unesco in 1996 op de lijst van Werelderfgoed werd gezet, is een drukke grote stad, daarbij komt nog dat het spitsuur is en we rijden een paar keer verkeerd alvorens we Hotel Flamingo, waar we op de patio kunnen overnachten, bereiken. Hotel Flamingo is midden in de stad gelegen en is iets duurder (250 pesos = 12 euros), maar de patio is zeer rustig, er is een mooi zwembad, goed sanitair, een goed restaurant, en we kunnen te voet naar het oud stadsgedeelte wandelen. De prachtige gebouwen in Querétaro getuigen van de welvaart in het Nieuwe Spanje. Alhoewel de stad later in verval geraakte, werd ze toch door de Amerikaanse troepen in 1848 uitgeroepen tot de hoofdstad van Mexico.
Hier werd het verdrag ondertekend dat half Mexico aan de VS gaf en kwam keizer Maximilliaan onder het vuurpeleton.
Het is een prachtige stad met kleurrijke gebouwen en huizen en het is aangename vertoeven in de schaduw van de Ficus Benjamina bomen op de talrijke pleintje en fonteinen.
De kerken en kloosters in diverse bouwstijlen bevatten een schat aan kunstwerken, en zelfs voor niet gelovigen zijn ze beslist de moeite waard om te bezoeken. In de koelte van talrijke patio's vindt men gezellige restaurantjes.
Na de middag keren we terug naar het hotel en na nog een frisse duik in het zwembad, begeven we ons op weg naar San Miguel de Allende, een andere parel van de koloniale steden. San Miguel is vergelijkbaar met Querétaro, maar dan in het klein. Ook dit stadje bevat een schat aan kunstwerken en is een bonte kleurige mengeling van allerlei bouwstijlen.straatjes en pleintjes en lekkere restaurants. meest opvallend is "La Parroquia", de parochiekerk beroemd om zijn zijn fantastisch neogotisch uiterlijk en zijn overdadig versierd interieur. Opvallend is dat in Mexico de Christusfiguur in een zielige toestand w wordt voorgesteld. Wanneer we in het restaurant Alfredo een snack eten, rijdt zowaar de dikke sergeant Garcia uit Zorro voorbij. Het is vandaag de dag van de plechtige communie en de meisjes lopen erbij in hun mooiste kleedje.
Na de middag vertrekken we naar Guanajunto, nog een andere koloniale stad. Er is een campground in de stad, maar weg daar naar toe is steil en zo smal dat er iemand voorop moet lopen om het tegemoetkomend verkeer tegen te houden. We willen ons daar niet aan wagen en zoeken naar de campground buiten de stad. Die is echter reeds gesloten, maar we kunnen gelukkig gratis voor de deur overnachten. De stad bezoeken is onmogelijk, want we kunnen de hond niet zo lang in de camper laten. Het is overdag 41°, de stad ligt op 9 km van de camping en er is nergens schaduw. Spijtig want ook deze stad is een juweeltje van het koloniaal verleden, maar het staat zeker op het programma tijdens een volgend bezoek aan Mexico.
We begeven ons stilaan op de terugweg naar de USA. We nemen vooral de Cuota (tolweg), want gezien de vele topes geraken we bijna niet vooruit en op vele wegen rammelt de camper bijna uit elkaar. We rijden nog steeds op het hoogplateau, vooral gekenmerkt door een woestijnlandschap. Het is hier zo warm dat de cactussen tot op 2650 m hoogte groeien.
Wanneer we op een avond in het dorpje La Cruz in een zijstraat willen overnachten, komt de politie in de avond voorbij, en vindt de plaats niet zo geschikt. Zij beduiden ons hen te volgen naar een meer betere plaats. Dit is in het midden van het dorp nabij het politiebureau. De plaats is gelegen aan het dorpsplein en naast een speeltuin. Het is zondagavond en gans het dorp is nog op de been, er staan talrijke eettentjes, voor de locale "pubs" staan stoere Mexicanen hun biertje te drinken en op het speeltuintje ravotten de kinderen onder luid gejoel. Het is een hels lawaai, en we vrezen voor onze nachtrust. Doch tegen middernacht gaat iedereen naar huis en om 12.00 h. is het muisstil.
Week van 12.05 tot 18.05.2008
We willen overnachten in Villa Ahumada, het laatste redelijk stadje voor de grens. Beide kanten van de weg zijn winkeltjes en verkopers langs de straat proberen je nog van alles te verkopen voor je Mexico verlaat. Het is moeilijk een plaatsje te vinden om te overnachten en de parkings profiteren ervan om extra hoge prijzen te vragen. Uiteindelijk vinden we een plaatsje aan een restaurant, doch bij het achteruitrijden, rijdt Fred met het bagagerek tegen een pick-up. De schade is miniem en na wat onderhandelen, wordt de schade snel onderling geregeld.
We willen de grens overschrijden in San Jeronimo/Santa Teresa, een nieuwe rustige grenspost. We moeten echter onze visa voor Mexico nog betalen, maar hier worden geen Visakaarten aangenomen en we hebben niet genoeg pesos meer. Dus terug naar Ciudad Juarez. Dit is een echt rovershol. Daar we geen veilige plaats voor de camper vinden, blijft Fred in de camper wachten, terwijl ik bij de bank de visa kosten ga betalen. Dit is een heel eindje lopen en overal wordt je aangeklampt om iets te verkopen. Ze waren werkelijk heel opdringerig. Langs de straat staan overal bedelaars of liggen de mensen gewoonweg op de straat te slapen. Ciudad Juarez schijnt geen beste reputatie te hebben. Na twee uurtjes hebben we nodige papieren en stempels, en kunnen we de grens over. Men mag niet vergeten het toeristenvisum af te geven alvorens Mexico te verlaten, zoniet kan men problemen krijgen bij een volgend bezoek en kunnen er taksen geheven worden. Het vignet voor de camper behouden we, want volgende winter willen we in Mexico overwinteren.
Aan de Amerikaanse kant, moeten we met Jasmine uit de camper en wordt met een speurhond controle gedaan. Fred moest op een tafel gaan zitten met zijn rug naar de camper en ik moest met Jasmine opzij gaan staan. Nadat we de douane gepasseerd waren,die niks controleerde of vroegen, moesten we naar immigration voor een nieuwe periode van 6 maanden. De immigrationofficer had op school Frans geleerd en was opgetogen zijn kennis te kunnen gebruiken. Het gesprekje duurde daarom een beetje langer, maar na een uurtje, konden we met een nieuwe toelating voor 6 maanden op zak en mits het betalen van 12 dollars, onze avonturen in de USA verder zetten.
De eerste stad in de USA, is El Paso, een typische borderstad, maar ziet er wel gezellig uit. We zijn echter te moe van het lange traject van San Miguel de Allende naar de grens, om de stad te bezoeken en zetten koers naar Las Cruces, waar we een goed restaurantje, een goede internetverbinding en een rustige Wal-Mart vinden om enkele dagen te bekomen.
We rijden richting White Sands National Monument. White Sands is het grootste gipsduinenveld ter wereld en beslaat ruim 800 km2. De vermening van gips met zand geeft een verblind wit uitzicht aan de duinen. Na een bezoekje aan het interessant Visitor Center, gaan we White Sands verkennen via de Dunes Drive, een 26 km lange rondrit. We wandelen een paar trails waarlangs bordjes uitleg geven over de flora en fauna. Het is opmerkelijk hoeveel soorten Yucca's en
bloemen in dit duingebied groeien. Het zijn vooral snelgroeiende planten om te kunnen overleven in de steeds verstuivende duinen. We hebben enkele druppels regen gehad en de temperaturen zijn aanzienlijk koeler dan in Mexico en we kunnen best een trui verdragen.
We rijden door richting Santa Fé. Het is vrije eentonig weg door de woestijn, met hier en daar piepkleine dorpjes, met echter een zeer grote oppervlakte. Het highway loopt gedurende 60 km over het grondgebied van het dorpje Carrizozo, maar het dorp zelf telt misschien 10 huizen. Dit is de streek waar eens welvarende mijnstadjes waren en waar personages als Billy de Kid, Sheriff Pat Garrett en andere bekende wildwest figuren hebben geleefd.
In Santa Fé koopt Fred bij Best Buy een nieuwe computer. We proberen nog een paar extraatjes naar Europees model, los te peuteren, doch dit lukt hier niet. Hij moet even wennen aan het Vista programma, en is een dagje zoet om het uit te zoeken.
In Santa Fé koopt Fred bij Best Buy een nieuwe computer. We proberen nog een paar extraatjes naar Europees model, los te peuteren, doch dit lukt hier niet. Hij moet even wennen aan het Vista programma, en is een dagje zoet om het uit te zoeken.
De volgende dag gaan we Santa Fé bezoeken, de oudste staatshoofdstad van Noord-Amerika, gesticht in 1610. Het is een typisch Indiaans/Mexicaans stadje met veel adobe woningen (dikke muren, kleine vensters, gemaakt uit aarden) met gezellige terrassen.
Op de Plaza is er protestconcert tegen de Olympische Spelen in China en de bezetting van Tibet/Birma dat heel wat toeschouwers trekt. Het is zondag en de mensen liggen lui in het gras naar de muziek te luisteren.
Onder de arcades van het "governorshouse" verkopen Indianen juweeltjes, zilverwerk, houtsnijwerk, sombrero's en tapijten. Overal rond het plein zijn winkeltjes en restaurants, en bij Hagen-Dasz laten we ons verleiden tot een heerlijk ijsje.
Nabij het plein staat de mooie San Francisco Cathedral. Het mooie interieur voelt zeer warm aan door het overvloedig gebruik van donker
De Loreto kapel is bekend om zijn stijlvolle wenteltrap.
De trap bevat geen spijkers of steunpilaren en wordt alleen door perfect vakmanschap in evenwicht gehouden. De kapel werd in 1870 door Franse architecten gebouwd geïnspireerd op de Sainte Chappelle in Parijs.
Canyon Road, ooit een Indianenpad tussen de Rio Grand en de Pecos pueblos, is nu het artistiek centrum van het stadje. Men vindt er talrijke kunstgallerijen
Na de middag rijden we richting Taos. Ongeveer 40 miles voor Taos komen we aan de Rio Grande rivier. In aanvang is het een klein riviertje met talrijke stroomversnellingen om dan over te gaan in een prachtige canyon, die het plateau doorsnijdt met wanden tot 2200 m. hoog. We willen enkele dagen in Taos blijven, want we verwachten post en het kabeltje van ons dakvenster dat Peter en Greet ons via DHL vanuit België opsturen.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage